… / Nederland / Nationaal Archief
Nationaal Archief
Nederland, dat vanaf 1612 diplomatieke betrekkingen onderhield met Ottomaanse Rijk, was ten tijde van de Eerste Wereldoorlog één van de weinige neutrale landen die gedurende de hele oorlog een diplomatieke post had in Constantinopel, het huidige Istanboel. Omdat Nederland na het Congres van Wenen in 1815 op het internationale toneel een onderschikte rol speelde werd Nederland niet vertegenwoordigd door een ambassadeur, maar door een gezant, jonkheer P.J.F.M. Van der Does de Willebois.

Rapportage van 1 september 1915 van de Nederlandse gezant Van der Does de Willebois in het Ottomaanse Rijk. (Bron: Nationaal Archief)
Nederland had, behalve een consulaat in Smyrna, waar al eeuwenlang een Nederlandse handelsgemeenschap gevestigd was, geen eigen beroepsconsulaire vertegenwoordiging in het Ottomaanse Rijk en maakte daarom gebruik van de diensten van honoraire consuls.
Gezien de lagere status van een gezant op de diplomatieke ladder en het ontbreken van een eigen netwerk kreeg Van der Does de Willebois vrijwel geen informatie uit de eerste hand over de vervolging van Armeniërs en andere christenen. De rapportage is zeer beperkt en voegt niets toe aan bestaande documenten die te vinden zijn in onder andere Duitse, Engelse en Amerikaanse staatsarchieven. Het geeft vooral inzicht in hoe Nederland zich als neutrale handelsnatie verhield tot de landen waar zij diplomatieke betrekkingen mee onderhield. Het omfloerste taalgebruik van minister van Buitenlandse Zaken Loudon tijdens de Eerste Wereldoorlog is tekenend voor de voorzichtigheid waarmee Nederland destijds internationaal opereerde.
Het buitenlands beleid van de Nederlandse overheid kenmerkte zich vanaf het midden van de negentiende eeuw tot de Tweede Wereldoorlog door strikte neutraliteit en afzijdigheid, gericht op het bestendigen van handelsrelaties en koloniale belangen. Ten aanzien van de vervolging van Armeniërs was de passieve houding van de Nederlandse overheid niet anders; daarnaast speelde ook de angst voor het panislamisme, een politieke beweging die uitging van een wereldwijde islamitische gemeenschap, een grote rol. Sultan Abdoel Hamid II gebruikte het panislamisme onder andere om moslims in Azië aan het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw op te zetten tegen hun koloniale bezetters. Nederland had met Nederlands-Indië een grote kolonie die overwegend islamitisch was en wilde uit vrees voor opstanden op generlei wijze in conflict raken met de Ottomaanse overheid.
Aangezien de rapporten over de “Armenische gruwelen” van gezant Van der does de Willebois van 1 september 1915 en 4 september 1915 zijn gestempeld met “heeft op o.a. gestaan” (ter kennisneming voorgelegd aan de koningin bij de ochtendagenda) en “heeft gecirculeerd bij H.M. Ministers” (ter kennisneming voorgelegd aan alle ministers) is het wel gerechtvaardigd om te concluderen dat zowel de volledige toenmalige Nederlandse ministerraad als het staatshoofd, koningin Wilhelmina, in het najaar van 1915 officieel op de hoogte zijn gebracht van de systematische vervolging en poging tot uitroeiing van Armeniërs in het Ottomaanse Rijk:
“Men kan zeggen dat het Armenisch vraagstuk is opgelost in overeenstemming met het beruchte “la tranquilité regne à Varsovie”. Ingevolge de op het Patriarchaat ontvangen berichten bevindt zich in de Armenische vilayets in Azië geen enkel Armeniër meer, en schat men, dat ten gevolge van moorderijen op groote schaal en vlucht waar dit mogelijk was, de Armenische bevolking van Turkije, die twee millioen bedroeg tot één millioen is samengesmolten, hoofdzakelijk vrouwen en jeugdige kinderen. De moorderijen zouden zijn en worden uitgevoerd door gendarmerie of wel door Kurdenbenden onder leiding evenwel van gendarmen. De mannen worden buiten de dorpen verzameld en daar omgebracht, de jonge vrouwen en huwbare meisjes verkracht en geroofd, de overige vrouwen en kinderen naar andere gewesten, dikwerf in de woestijn, getransporteerd, waar velen verhongeren.”
Relevante documenten
1915 – Armeense gruwelen
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
1 september 1915
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
4 september 1915
-
Minister van BZ Loudon aan gezant Van der Does de Willebois
15 oktober 1915
-
Gezant Bern Van Panhuys aan minister van BZ Loudon
16 oktober 1915
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
28 oktober 1915
-
Minister van BZ Loudon aan gezant Van der Does de Willebois
31 oktober 1915
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
2 november 1915
1915/1916 – Inlichtingen over familie Thoumaian
-
Oproep zoektocht naar vermiste familieleden Thoumaian in Turkije
herfst 1915
-
Minister van BZ Loudon aan gezant Van der Does de Willebois
26 oktober 1915
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
28 oktober 1915
-
Minister van BZ Loudon aan gezant Van der Does de Willebois
31 oktober 1915
-
Gezant Van der Does de Willebois aan honorair consul Poche
1 november 1915
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
2 november 1915
-
Honorair consul Poche aan gezant Van der Does de Willebois
18 november 1915
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
29 november 1915
-
Gezant Marees van Swinderen aan minister van BZ Loudon
11 december 1915
-
Minister van BZ Loudon aan gezant Van der Does de Willebois
13 december 1915
-
Professor Thoumaian aan Minister van BZ Loudon
14 december 1915
-
Lucy Thoumaian over vermiste familieleden aan minister van BZ Loudon
10 april 1916
1915 – Inlichtingen over ingenieur Yazidjian
-
Minister van BZ Loudon aan gezant Van der Does de Willebois
15 november 1915
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
16 november 1915
1917 – Inlichtingen over Armeniërs in Constantinopel en familie Thoumaian
-
Minister van BZ Loudon aan gezant Van der Does de Willebois
18 juni 1917
-
Gezant Van der Does de Willebois aan minister van BZ Loudon
7 juli 1917
1918 – Telegram aan koningin Wilhelmina
1920/1921 – Mandaat over Armenië
-
Particuliere brief Van Heutsz aan secretaris-generaal van BZ Patijn
2 februari 1920
-
Gezant Van Welderen Rengers aan minister van BZ Van Karnebeek
24 april 1920
-
Tijdelijk zaakgelastigde Michiels van Verduynen aan minister van BZ Van Karnebeek
24 april 1920
-
Gezant Loudon aan minister van BZ Van Karnebeek
26 april 1920
-
Minister van BZ Van Karnebeek aan gezant Van Welderen Rengers
28 april 1920
-
Tijdelijk zaakgelastigde Michiels van Verduynen aan minister van BZ Van Karnebeek
28 april 1920
-
Minister van BZ Van Karnebeek aan diverse gezanten en gezant Loudon
29 april 1920
-
Soevereiniteitsverklaring Moustapha Kémal aan minister van BZ Van Karnebeek
30 april 1920
-
Gezant Van Welderen Rengers aan minister van BZ Van Karnebeek
15 mei 1920
-
Gezant Van Welderen Rengers aan minister van BZ Van Karnebeek
22 mei 1920
-
Gezant De Beaufort aan minister van BZ Van Karnebeek
2 juni 1920
-
Gezant De Beaufort aan minister van BZ Van Karnebeek
4 juni 1920
-
Vervangend zaakgelastigde Hubrecht aan minister van BZ Van Karnebeek
8 juni 1920
-
Tijdelijk zaakgelastigde Michiels van Verduynen aan minister van BZ Van Karnebeek
9 juli 1920
-
Gezant Sweerts van Landas aan minister van BZ Van Karnebeek
25 november 1920
-
Gezant Sweerts van Landas aan minister van BZ Van Karnebeek
27 november 1920
-
Gezant Sweerts van Landas aan minister van BZ Van Karnebeek
6 december 1920
-
Gezant Van Rappard aan minister van BZ Van Karnebeek
6 december 1920
-
Gezant Von Zeppelin Obermüller aan minister van BZ Van Karnebeek
14 december 1920
-
Minister van BZ Van Karnebeek aan gezant Van Panhuys
januari 1921
-
Gezant Van Panhuys aan minister van BZ Van Karnebeek
28 januari 1921
-
Voorzitter Armeense delegatie Aharonian aan voorzitter vergadering Volkenbond Van Karnebeek
9 september 1921
-
Gezant Van Welderen Rengers aan minister van BZ Van Karnebeek
22 oktober 1921
-
Gezant Van Welderen Rengers aan minister van BZ Van Karnebeek
24 oktober 1921
1924 – Armeense vluchtelingen
1928 – Armeense vluchtelingen
-
Minister van BZ Beelaerts van Blokland aan minister van Financiën De Geer
20 oktober 1928
-
Minister van Financiën De Geer aan minister van BZ Beelaerts van Blokland
5 november 1928
-
Minister van BZ Beelaerts van Blokland aan minister van Financiën De Geer
12 december 1928
-
Minister van BZ Beelaerts van Blokland aan gezant Doude van Troostwijk
12 december 1928