… / Nederland / Nationaal Archief / Gezant De Beaufort aan minister van BZ Van Karnebeek
Gezant De Beaufort aan minister van BZ Van Karnebeek
Légation Royale de Pays-Bas
Washington D.C. 4 Juni 1920
[gestempeld met: ingekomen Buitenl. Zaken 21 JUN. 1920, Exh: 23 Juni 1920, Kabt. No. 20]
P-1/245
Mandaat over Armenia.
Zijner Excellentie den Heere Minister van Buitenlandsche Zaken. 's Gravenhage.
Ik heb de eer Uwer Excellentie te berichten dat bij boodschap van 24 Mei, waarvan de tekst hiernevens gaat, de President der Vereenigde Staten het Congres verzocht hem de bevoegdheid tot aanneming van een mandaat over Armenia te verleenen.
Gelijk ik mij veroorloofde dd. 2 Juni jl. onder nummer 97 te seinen, werd dit verzoek door den Senaat verworpen door aanneming met overgroote meerderheid der volgende resolutie.
“Resolved by the Senate (the House of Representatives
“concurring) that the Conaress hereby respectfully declines
“to grant to the Executive the power to accept a mandate over
“Armenia as requested”
Deze resolutie werd naar het Huis van Afgevaardigden gezonden en verwacht wordt dat zij evenals in den Senaat door eene overwegende meerderheid aldaar zal worden aangenomen.
In den Senaat werd door den democratischen Senator Hitchcock, die tegen de aanneming van het mandaat was, een amendement ingediend, teneinde te doen blijken dat de Vereenigde Staten niet ongeneigd waren Armenië bij te staan, en hetwelk beoogde de totstandkoming van eene gemengde Commissie van Amerikanen en Armeniërs, onder wier toezicht de uitgifte en de verkoop van gelden in de Vereenigde Staten zoude worden verkregen voor de economische rehabilitatie van Armenië en de inrichting van een goed Banksysteem aldaar.
Dit amendement werd verworpen voornamelijk om reden dat gevreesd werd, dat indien de Vereenigde Staten op dergelijke wijze Armenië zouden bijstaan, dit zoude verhinderen, dat eene andere Mogendheid het mandaat over dit land zoude willen aannemen.
De tegenstanders van een Mandaat gronden zich voornamelijk op de buitengewoon zware verplichtingen, welke de aanneming daarvan op de schouders van de Vereenigde Staten zoude plaatsen en welke nauwkeurig zijn beschreven in een rapport van Maj. Gen. James G. Harbord, Hoofd der Amerikaansche militaire missie in Armenië, welke door den President der Vereenigde Staten was uitgezonden ter bestudeering van condities aldaar (met het oog op een eventueel mandaat).
Van meerdere zijden werd in den Senaat betoogd dat beperking dier verplichtingen niet mogelijk was.
Ik heb de eer hierbij in te sluiten, een exemplaar van het rapport van Generaal Harbord en de tekst van de discussies ter zake in den Senaat gevoerd, zooals deze verschenen in de Congressional Record.
Ik veroorloof mij hieraan toe te voegen dat ongeveer twee derden der democratische partij, met inbegrip van den leider der Regeeringspartij, Senator Underwood, tegen aanneming van het mandaat hebben gestemd.
De Zaakgelastigde a.i.
W. de Beaufort
[handgeschreven aantekening]
Kennisgeving
Bron: Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Kabinet en Protocol, 1871 - 1940, nummer toegang 2.05.18, inventarisnummer 47/110.