De Armeense genocide

 /  Nederland  /  Nederlandse pers  /  1915–1918  /  De oorlog

Nieuwe Rotterdamsche Courant, 16 oktober 1915
Bron: Delpher

De oorlog

De Vossische Ztg. verneemt uit Kopenhagen dat dr. Rifaat, de leider der Jong-Egyptische beweging en voormalige uitgever van de Patrie Egyptienne, het volgende heeft meegedeeld over de oorzaken van de gruwelen, waaraan de Armeniërs bloot staan. De gruwelen zijn, volgens dezen dr. Rifaat, niet een uitvloeisel van den moordlust der Turken, doch veeleer de hardhandige onderdrukking van een samenzwering, door Engeland in Armenië aangesticht. Er moest in Armenië een groote opstand uitbreken, zoodra de vloten der geallieerden de Dardanellen zouden hebben geforceerd.

Dr. Rifaat verteld ook nog, dat hij Talaat bei, wien de verantwoordelijkheid voor de Armenische gruwelen wordt ten laste gelegd, kende als een goed vriend en beschermer van die lieden. Hij zou – voerde Rifaat – tot zulke middelen zijn toevlucht niet nemen indien het niet noodig was. De Engelschen hadden den opstand met zorg voorbereid; den Armeniërs waren wapens en munitie geleverd, ja zelfs politie-uniformen voor de voorloopige, door de Armeniërs in te stellen regeering. Ongelukkig brak de opstand te vroeg uit en verried een der hoofdsamenzweerders zijn makkers aan de regeering te Constantinopol. Bij het onderzoek kwamen tal van documenten aan den dag, waaruit bleek, dat de Engelschen dezen grootsten opstand, waarvan de geschiedenis van Turkije gewaagt, hadden op touw gezet. Tal van samenzweerders werden gegrepen en gestraft. Daaronder was ook de hoofdleider van de beweging in Arabië, sjeik Abdul-Kerim. Ofschoon hij en zijn aanhangers Mohammedanen waren, werden er 21 van hen opgeknoopt en 100 tot zware gevangenisstraffen veroordeeld.

Turkije – betoogde Rifaat nog – handelt in noodweer. Bovendien is de Turksche regeering te allen tijd bereid, van de desbetreffende bescheiden kennis te laten nemen door de neutrale openbare meening.

Bij het lezen van het bovenstaande – 't welk tot strekking heeft, dat voor het bloed dat in Armenië is gevloeid feitelijk Engeland aansprakelijk zou zijn – dient te worden in het oog gehouden dat Rifaat een groot hater is van de Britten en de Britsche politiek, en dat hij dus geen onverdacht getuige kon worden genoemd.

Nederlandse pers
  18 7 8–1893 ›››
  1894–1898 ›››
  1899–1904 ›››
  1 905–1909 ›››
  1 9 1 0–1 9 1 4 ›››
  1 9 1 5–1 9 1 8 ›››
  1 9 1 9–1 9 2 3 ›››
  1 924–1 940 ›››

Nederlandse spotprenten
Spotprenten
top