… / Nederland / Nederlandse pers / 1878–1893 / Groot-Brittannië
Algemeen Handelsblad, 29 september 1883
Bron: Delpher
Groot-Brittannië
Naar het schijnt gaat Engeland een zeer krachtige
houding tegenover de Porte aannemen. De
uitvluchten, waarvan deze zich bedient, om de
hervormingen in Armenië en de oplossing der vraagstukken
betreffende het Britsch-Turksche handelstractaat
uit te stellen, doen het Kabinet van St.
James het geduld verliezen. Lord Dufferin keert
op last zijner regeering naar Konstantinopel terug
en het Engelsche eskader, thans te Saloniki geankerd,
heeft bevel gekregen dichter bij Konstantinopel
te verschijnen, om door zijne tegenwoordigheid
aan de eischen van den gezant klem bij
te zetten. Hierdoor is de ongerustheid niet weinig
toegenomen, welke in de Ottomanische hofkringen
reeds was veroorzaakt door Gladstone's
reis naar Kopenhagen, welke te Konstantinopel
wordt beschouwd als het kenteeken eener toenadering
tusschen Engeland en Rusland.
Misschien is hieraan toe te schrijven het gerucht,
volgens hetwelk de Sultan besloten zou hebben een
buitengewonen gezant naar Berlijn af te vaardigen,
om over Turkije's opneming in het bondgenootschap
der Midden-Europeesche staten definitief te onderhandelen.
Ook is Engeland naar men zegt voornemens,
bij de Porte aanzoek te doen om hare
zoo lang vertraagde adhaesie aan de besluiten
der Londensche conferentie voor de Donau-vaart.
Lord Dufferin zou in last hebben de toepassing
te eischen van art. 61 van het tractaat van Berlijn,
bij welk artikel de Porte zich verbonden heeft
binnen den kortst mogelijken tijd aan de Armeniërs
de door hen verlangde verbeteringen en
hervormingen te geven en hunne veiligheid tegen
de Circassiërs en de Kurden te verzekeren. Tevens
beloofde zij aan de mogendheden die het tractaat
onderteekend hebben, van tijd tot tijd ze bekend
te maken met de maatregelen te dien einde genomen.
Maar reeds vijf jaren zijn verloopen en
in den toestand van Armenië is nog weinig verandering
gekomen. Dat de Britsche gezant naar
zijn post terugkeert om dezen staat van zaken
te doen ophouden, is dus alleszins natuurlijk.
Rusland zijnerzijds zou vertoogen van gelijken
aard bij de Porte ingediend hebben, en de Temps
vraagt of deze gelijktijdige stap der twee Noordsche
mogendheden niet als een gevolg der samenkomst
te Kopenhagen beschouwd mag worden.
Nederlandse pers
• 18 7 8–1893 ›››
• 1894–1898 ›››
• 1899–1904 ›››
• 1 905–1909 ›››
• 1 9 1 0–1 9 1 4 ›››
• 1 9 1 5–1 9 1 8 ›››
• 1 9 1 9–1 9 2 3 ›››
• 1 924–1 940 ›››