… / Nederland / Nederlandse pers / 1878–1893 / Internationaal recht
Algemeen Handelsblad, 24 september 1887
Bron: Delpher
Internationaal recht
De jongste aflevering van de Revue de droit international
etc, wordt grootendeels ingenomen door een
opstel van den Belgischen oud-minister Rolin
Jacquemyns, waarin de staatkundige toestand
van Armenië en de Armeniërs onder het Turksch
bestuur wordt behandeld, als onderdeel der Oostersche
quaestie, sedert art. 61 van het tractaat
van Berlijn aan de Porte de verplichting heeft
opgelegd ook daar onverwijld de noodige verbeteringen
en hervormingen uit te voeren, en zulks onder toezicht
der groote mogendheid. In een vervolg van
dit opstel zal de schrijver nagaan in hoever die bepaling
is nageleefd.
Een ander uitvoerig opstel is dat van den heer A.
Martin, hoogleeraar te Genève over de verjaring
van verbintenissen in het internationaal privaatrecht.
De schrijver beschouwt die verjaring als een voorschrift
van openbare orde, omdat in een zeer laat
gebruik maken van een vordering een maatschappelijk
gevaar is gelegen, en hij acht daarom de wet toepasselijk
van de plaats waar de vordering wordt ingesteld.
Voorts bevat de aflevering het rapport van prof.
De Bar aan het Instituut uitgebracht over internationale
quaesties van humelijksakte, dat van den
Perels over blokkade in tijd van vrede, en
een ontwerp door den heer Engelhardt aangeboden
van een internationale regeling der vaart op
rivieren die door of tusschen verschillende landen
loopen.
De hoogleeraar Asser deelt de beginselen mede
van het ontwerp, door de Nederl. Staatscommissie
voor de herziening van het Wetboek van Koophandel
aangeboden, betreffende de regeling van het faillissement
en de surséance. Hij voegt er een vertaling bij
van den slottitel, waarin de kracht van een buitenlandsch
vonnis van faillietverklaring wordt geregeld.
"Ik heb de voldoening gehad", zegt prof. Asser,
"door de Staatscommissie het stelsel te zien aannemen
dat ik in mijn Beginselen van internationaal
privaatrecht heb ontwikkeld. Wordt het ontwerp door
de wetgevers bekrachtigd, dan zal Nederland stellig
hebben bijgedragen tot de internationale erkenning
der eenheid en der algemeenheid van Het faillissement.
De Nederlandsche wet zal dan dat beginsel
in dezen nieuwen en volstrekten zin uitspreken,
zonder voorwaarde van wederkeerigheid, en het is
te verwachten dat zijn voorbeeld niet zonder invloed
zal blijven op de wetgevingen der andere Staten".
Nederlandse pers
• 18 7 8–1893 ›››
• 1894–1898 ›››
• 1899–1904 ›››
• 1 905–1909 ›››
• 1 9 1 0–1 9 1 4 ›››
• 1 9 1 5–1 9 1 8 ›››
• 1 9 1 9–1 9 2 3 ›››
• 1 924–1 940 ›››