… / Nederland / Nederlandse pers / 1924–1940 / Turkije – De positie der Joden
Algemeen Handelsblad, 19 november 1927
Bron: Delpher
Turkije – De positie der Joden
Gelijkstelling met Grieken en Armeniërs
Onlangs heeft te Konstantinopel een
proces plaats gehad, dat ook in het buitenland
eenig opzien baarde.
Het betrof aanvankelijk een gewone
moordzaak, de dader was een Turk, de zoon
van den voormaligen gouverneur-generaal
Ratib pasja van de Hedsjas, het slachtoffer
een joodsch meisje, die aan een ander boven
hem de voorkeur had gegeven. Gedurende
de begrafenis hadden anti-Turksche betoogingen
plaats, hetgeen tot het bedoelde proces
leidde, waarvan de verdedigers van den
moordenaar profijt wisten te trekken. De
moordzaak geraakte op den achtergrond,
mede tengevolge van een nationalistische
perscampagne, welke vooral te Smyrna werd
gevoerd, de stad, in welker handel de Joden
langzamerhand de positie der Grieken hebben
ingenomen.
Het proces is weliswaar geëindigd met de
vrijspraak der joodsche beklaagden, maar
geheel zonder nadeelige gevolgen voor de
Joden is het toch niet gebleven. Hun is het
recht ontnomen zonder speciale vergunning
in Anatolië te reizen. Deze maatregel is
voor de betrokkenen vooral op handelsgebied
van beteekenis. Ook in dit opricht zijn
thans de Joden gelijkgesteld met de Grieken
én Armeniërs.
De eenigszins gunstiger positie, welke de
Joden, in vergelijking met Grieken en
Armeniërs, tot nu toe in Turkije innamen,
hadden zij in hoofdzaak te danken aan hun
loyale houding jegens de regeering en hun
onthouding van deelneming aan den politieken
strijd. Zij waren o.a. de eersten, die
afzagen van de hun bij het verdrag van
Lausanne toegekende minderheidsrechten.
Nederlandse pers
• 18 7 8–1893 ›››
• 1894–1898 ›››
• 1899–1904 ›››
• 1 905–1909 ›››
• 1 9 1 0–1 9 1 4 ›››
• 1 9 1 5–1 9 1 8 ›››
• 1 9 1 9–1 9 2 3 ›››
• 1 924–1 940 ›››